Friesch Dagblad
Wiggele Wouda


Schuilen onder de paraplu van de gevoelsclown


30 mei 2023

RECENSIE

Er heerst als vanouds een soort sensatie in de foyer voorafgaande aan de nieuwe opvoering Een voorstelling van Herman van Veen. Hier en daar hoor je een fluitdeuntje van een van zijn bijna iconische liederen en dan opmerkingen over hoe de voorstelling zal zijn: of hij nog bij stem is, nog zo kwiek is als voorheen en de hoop dat hij wat oude nummers zingt.


Dan gaat het voordoek open en staat hij daar alleen: de gevoelsclown met zijn 77 jaren. Eventjes maar. Om te laten zien: ik ben er nog wel degelijk. Dat fotomoment duurt niet lang, want de drie musici (violist Jannemien Cnossen, bassist Kees Dijkstra en gitarist Edith Leerkes) stuiteren met plezier het podium op. En dan begint een twee uur durende muzikale reis met Herman als gids, als entertainer, als exegeet, maar ook als een soort zielenherder.

Natuurlijk, hij is ouder geworden, maar er is geen haar op zijn hoofd die dat niet weet. En toch zie je een jonge god die op het podium rent, kwajongenskwaad uithaalt en danst als een ballerino op auditie. En zijn stem? In niets veranderd. Als hij begint te zingen ervaar je dat de tijd zijn stembanden niet heeft overschaduwd. Hij buldert, zingt intens ingetogen, fluistert loepzuiver met een falset en vertelt oneliners met zijn diepbruine stemgeluid. „Alles wat je liefliebt, wordt mooier.”

Een voorstelling is een mix van veel nieuw werk waarin de snaarinstrumenten de boventoon voeren en wat oudere nummers. Als hij samen met gitaarvirtuoos Edith Leerkes Liefde van later zingt, wordt het in de zaal doodstil. Elk woord roept nog steeds een herinnering op en weerkaatst met weemoed de vergankelijkheid.

Wat echt opvalt is het plezier dat de musici en Herman beleven. Die dynamiek onderling op het podium is fabuleus. Ze vinden elkaar naadloos en kleuren het muzikale pallet met indrukwekkende zigeunerklanken, jazzy-achtige improvisaties, maar vooral met veel poëtische vergezichten. En alles omringd met een fruitige melancholie waaruit het betekenisvolle sap in allerlei talen stroomt: „Non je ne regrette rien”, „Feeling good”, „Mr. Sandman”. De show bevat wel iets te veel muzikale intermezzo’s die ook erg op elkaar lijken. Dan heb je het gevoel datje naar het Kronos Quartet zit te luisteren. Daartussendoor ouwehoert Herman met een elastische mimiek als de Japanse ninja, de meester die de klas instrueert en de doodgewone man die zijn huisarts belt wegens „drukproblemen”. Het steeds terugkomend eerbetoon aan zijn ouders is en blijft aandoénlijk. Als hij de laatste woorden citeert uit het dagboek van zijn moeder, valt alles op zijn plek: „Zonder liefde geen leven.”

Ondanks dat Van Veen zijn engagement beperkt tot bijlage-opmerkingen over oorlog en geweld, vormen deze vier woorden voor hem de paraplu waaronder hij zich altijd kan schuilen. Met al zijn kwetsbare (lied) teksten en met al z’n nonsens en gekkigheden. Deze show ademt de lieflijkheid van het leven zelf waaraan iedereen zich zou moeten laven.



Wiggele Wouda